VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Hof veroordeelt de Volksbank voor overkreditering Rabo-directeur

Geplaatst op: 28-11-2018, 14:01:36

Een Rabo-directeur die na een echtscheiding een hypotheek sloot voor zijn ex moet een derde van de na verkoop ontstane restschuld ophoesten. Twee derde komt voor rekening van SNS Bank (de Volksbank) dat de hypotheek verstrekte. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vindt weliswaar dat de man lichtzinnig is geweest bij het aangaan van de lening, maar oordeelt dat SNS nalatig was. De bank schoot tekort in de zorgplicht door de man te overkrediteren.

Als de directeur van een Rabobank-afdeling en zijn vrouw in 2008 scheiden, koopt de man een huis van € 368.000 voor zijn ex en hun dochter. De vrouw is zelfstandige en heeft een minimuminkomen. De man woont met een jaarinkomen van € 126.000 in de echtelijke woning waarop een hypotheek rust van € 840.000. De hypotheek voor het huis van de ex komt op hun beider naam. De man geeft aan € 1.500 per maand aan alimentatie te betalen en € 1.500 als tegemoetkoming in de woonkosten. Zijn eigen woning gaat hij verkopen. De hypotheek wordt gesloten bij SNS.

Restschuld

In 2012 raakt de vrouw arbeidsongeschikt en vallen haar inkomsten weg. SNS verkoopt begin maart 2013 de woning onderhands voor € 300.000. De bank brengt daarbij een boeterente van € 9.936 in rekening wegens vervroegde aflossing. Er blijft een restschuld over van bijna € 83.000. Die kan SNS niet innen bij de ex-vrouw en dus wendt de bank zich tot de Rabo-directeur.

De rechtbank oordeelt in een eerdere fase al dat SNS geen betaling van de boeterente had mogen verlangen, omdat de verkoop van de woning niet aan de man of zijn ex te verwijten valt. De Rabobank-medewerker weet de rechter er echter niet van  te overtuigen dat de Volksbank, als rechtsopvolger van SNS, de bijzondere zorgplicht heeft geschonden en ook de andere vorderingen moet intrekken. De bank legt executoriaal beslag onder Stichting Rabobank Pensioenfonds om de restschuld te kunnen incasseren.

Niet doorgevraagd

In hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de man meer succes. SNS erkent dat de financieringsruimte voor de man destijds maximaal € 850.000 was. Maar, zegt de bank, met de toenmalige woonlasten hoefde geen rekening te worden gehouden omdat in het aanvraagformulier was vermeld dat de echtelijke woning verkocht zou worden.

SNS zegt zich niet te hebben afgevraagd wanneer die verkoop plaats zou vinden en of de man daarna een nieuw huis zou kopen. De bank zou wel hebben doorgevraagd als de aanvraag niet was gedaan door een tussenpersoon. “Nu kwam de aanvraag binnen via de hypotheekadviseur en had SNS geen adviestaak. Indien de opmerking over de verkoop van de huidige woning niet in het aanvraagformulier had gestaan, was SNS wel verplicht geweest de hypothecaire lening van € 840.000 mee te nemen bij haar toetsing”, aldus de bank.

Niet verschuilen achter adviseur

Dat vindt het hof te kort door de bocht. De rechter is van oordeel dat SNS haar zorgplicht om overkreditering te voorkomen heeft geschonden door niet te onderzoeken welke concrete plannen de man had met betrekking tot de verkoop van zijn woning. “SNS had een zelfstandige plicht om overkreditering tegen te gaan en kan zich op dit punt niet verschuilen achter mogelijke fouten van de hypotheekadviseur”, aldus het vonnis.

Het ging bovendien om een door SNS betaalde adviseur met online aanvraagmogelijkheid. De bank stuurde de offerte rechtstreeks aan het in scheiding liggende stel en niet aan de tussenpersoon. Daarom mocht de bank er volgens het hof niet van uitgaan dat de hypotheekadviseur nog nader op risico’s zou wijzen.

Eigen schuld

De schuld ligt volgens het hof echter niet volledig bij SNS. De man werkte sinds 1984 in het bankwezen als accountmanager en directeur en wist het nodige van financieringsnormen. “Met zijn ervaring moet de man hebben geweten dat de twee geldleningen tezamen, neerkomend op ruim € 1,2 miljoen, aanzienlijk boven zijn financieringsruimte lagen”, aldus het gerechtshof. De man zegt op de zitting bovendien dat hij niet van plan was zijn huis te verkopen. Hij wist dat dat risico’s met zich meebracht. Door de echtscheiding en de wens alles goed te regelen voor ex en dochter heeft hij minder goed nagedacht, zegt hij.

Lichtzinnigheid vs nalatigheid

Het hof weegt vervolgens “de lichtzinnigheid” van de Rabo-directeur af tegen “de nalatigheid” van SNS. De conclusie: een derde van de schade moet voor rekening blijven van de man en twee derde voor rekening van SNS. De man hoeft niet meer dan een derde van de restschuld aan SNS betalen. De bank moet – als het al meer dan een derde heeft gevorderd – het gelegde beslag onder Stichting Rabobank Pensioenfonds opheffen. Het eventueel te veel geïncasseerde bedrag moet worden teruggestort.

Bron: bijdrage van Paul de Kuyper van 28 november 2018 op www.amweb.nl  

Vorige pagina